
Veelgestelde vragen voor uitgevers
Over de readervergoeding
- Wetenschappelijke boeken en tijdschriften
- Studieboeken en -tijdschriften
De verdeling van de readergelden, en daarmee de vergoeding voor uitgevers, baseren we op onderzoek. U vindt uw aandeel in de verdeling terug op uw digitale factuur in de webportal.
- Op basis van geschat gebruik en onderzoek
Hogescholen en universiteiten kopen ‘overnames’ van content collectief af zonder dat zij het daadwerkelijke gebruik registreren. Daarmee is uw vergoeding grotendeels niet ‘titelspecifiek’, maar een redelijke, collectieve vergoeding voor het gebruik van uw uitgegeven werk gebaseerd op onderzoek. Dit doen wij om de administratieve lasten zo laag mogelijk te houden. - Op basis van steekproeven
Elke drie jaar wordt het feitelijke, ‘titelspecifieke’ gebruik onderzocht bij onderwijsinstellingen. Dit wordt gedaan door een onafhankelijk onderzoeksbureau die steekproeven uitvoert. Vervolgens wordt het aandeel per uitgever vastgesteld en een verdeelsleutel berekend. De verhouding van de uitgeversaandelen is daarmee zo nauwkeurig mogelijk. - Op basis van toestemmingsaanvragen
Onderwijsinstellingen vragen voor middellange en niet-korte overnames toestemming aan via de UvO webportal. De desbetreffende uitgevers krijgen hier een titelspecifieke readervergoeding voor.
Stichting UvO incasseert readervergoedingen en keert deze uit aan rechthebbenden.
- Readervergoeding 'kort':
Onderwijsinstellingen zoals hogescholen en universiteiten (her)gebruiken auteursrechtelijk beschermd materiaal. Vroeger waren dit vooral readers of syllabi, maar steeds vaker gebeurt dit via digitale leeromgevingen (zoals Blackboard). Alle grote onderwijsinstellingen in Nederland betalen hiervoor een readervergoeding, bedoeld als compensatie voor auteursrechthebbenden. Dit doen zij op basis van de ‘onderwijsexceptie’ in de Auteurswet, die voorschrijft dat korte gedeelten overgenomen mogen worden, zolang daar een billijke vergoeding voor betaald wordt.
- Readervergoeding lang of 'niet-kort':
Daarnaast hebben een aantal grotere onderwijsinstellingen aanvullende afkoopregelingen getroffen. Zo zijn er 36 hogescholen en 14 universiteiten die door middel van een Easy Access-afkoopregeling langere, of 'niet-korte' overnames mogen gebruiken tot en met 50 pagina’s, mits dat maximaal 25% van het oorspronkelijke werk is. Hiervoor dienen uitgevers wel een machtiging (volmacht) te verlenen aan Stichting UvO.
- Readervergoeding 'titelspecifiek':
Soms willen onderwijsinstellingen langere overnames (ook wel: ‘niet-kort’) gebruiken in hun onderwijs. Daarvoor kunnen ze apart toestemming aanvragen via Stichting UvO en een aparte, aanvullende vergoeding betalen. Omdat er per titel wordt afgerekend, worden deze gelden 'titelspecifiek' uitgekeerd aan de desbetreffende uitgevers.
De uitkering (ook wel: ‘repartitie’) van de readervergoedingen vindt plaats op verschillende momenten in het jaar:
Type vergoeding | Uitbetaling |
Readervergoeding 'kort' | Oktober/november |
Readervergoeding lang of 'niet-kort' | Oktober/november |
Readervergoeding 'titelspecifiek' | Mei/juni |
Vergoedingen vanuit het mbo (via Stichting PRO) | Najaar* |
* Auteursrechtelijke vergoedingen bij mbo-instellingen worden geïncasseerd door Stichting Reprorecht i.h.k.v. de mbo-reproductieregeling. Het gedeelte voor uitgevers keren zij uit aan Stichting PRO, die dit weer verdeeld onder uitgevers. Klik hier voor meer informatie over hoe de reprorechtgelden worden verdeeld.
UvO keert pas uit als de totale vergoeding hoger is dan € 50,-. Onder dit bodembedrag staan de administratieve lasten namelijk niet meer in redelijke verhouding tot de uitkering. Alle bedragen onder het bodembedrag reserveren we maximaal drie jaar, waarna we dit alsnog uitkeren indien het bodembedrag wordt behaald. Eventueel te veel ontvangen vergoedingen worden verrekend in de daaropvolgende uitkeringsronde.
Nee, uitgevers hebben namelijk recht op deze vergoeding. Stichting UvO houdt wel administratie en btw in op het totaal beschikbare brutobedrag van de readergelden. Daar merkt u niets van: u ontvangt uw bedrag netto. Het meest recente inhoudingspercentage is terug te vinden in ons laatste jaarverslag.
Ja, de readervergoeding is een bruto vergoeding voor uitgevers. Uw freelance auteurs hebben waarschijnlijk recht op een gedeelte van dit geld. U bent hier zelf verantwoordelijk voor. De hoogte van de doorbetaling is afhankelijk van uw eigen contractuele afspraken met auteurs. U mag eventueel gemaakte verdelingskosten inhouden, indien u dat bent overeengekomen.
U hoeft niet door te betalen aan uw medewerkers in loondienst. Ook freelance makers van foto’s, illustraties, bladmuziek, dagbladen en algemene boeken hoeft u niet door te betalen: zij ontvangen namelijk vergoedingen via hun eigen organisaties (Lira, Pictoright, etc.).
